Door Albert Lusink
“Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht”, zo luidt het spreekwoord. In deze serie over missers laat ik, Albert Lusink, de missers van anderen zien. Dat wil niet zeggen dat het mij nooit kan overkomen. Hoog tijd dus om de hand eens in eigen boezem te steken. In deze stand was ik van plan om 13-18 te spelen, maar dan volgt een dam door 28-23 19x37 38-32 37x28 33x4. Dus speelde ik maar 12-18, maar ook dan kan wit op dam komen.
Vreemd genoeg nam wit de dam op een andere en duurdere manier.
Uiteraard zou dit ook genoeg moeten zijn voor winst, maar wit zag zelfs nog kans om te verliezen. In de volgende stand was de partij nog maar 9 zetten gevorderd. Henk van Ommen begon met wit goed door 28-23 19x28 30x19 14x23 te spelen, maar ging toen verder meet 33-29, waarna de stand gelijk bleef, terwijl hij door 34-30 een schijf had kunnen winnen.
Henk zou de partij wel winnen. In hetzelfde toernooi, maar wat partijen later, was de partij al gevorderd tot een stand met beiden 4 schijven. Met wit speelde Henk het op het eerste gezicht logische 28-22, maar dat had hem verlies kunnen opleveren.
Gelukkig voor hem zag zwart het ook niet en speelde 27-31, met remise als resultaat.
Rick Hakvoort had hier zwart tegen Ton Burgerhout. Toen Rick hier 8-12 speelde had hij het slachtoffer kunnen worden van een standaardcombinatie, die meestal op een andere plaats op het bord voor komt en bekend staat als “Coupe Springer”.
Misser of niet? Wit levert een schijf in om op 1 zet van de damrij te komen, maar zwart kan damhalen nog even verhinderen. Met de weinige bedenktijd die de spelers hadden, kan ik me voorstellen dat je als witspeler twijfels hebt of je dit moet doen of niet. Maar gezien de snelheid waarmee gespeeld werd, vermoed ik dat beide spelers dit overzien hebben.
Ongetwijfeld zullen er nog veel meer missers volgen. We blijven het volgen.